woensdag 29 augustus 2018

Kopje onder...


'Kopje onder...
Na maandenlange kritische blikken in de spiegel was ik het zat. Dat pigmentvlekje in m’n hals en die stomme pukkel op m’n wang irriteerde me mateloos. Stel… dat het geen schoonheidsfoutjes zijn maar door de zon agressief aanzwellende kenmerken? Ik had daar immers precies de gevoelige huid voor. Dusss… reden Peter en ik naar een nieuwe jonge huisarts.
Aandachtig bekeek ze mijn plekjes en gooide enthousiast met medische termen in het rond. Haar ogen begonnen te glimmen toen ze vertelde dat ze de vreemdgroeiers wel een kopje kleiner wilde maken. ‘De ene schaaf ik met een mesje tot een schaafwond en de ander zal ik wat dieper uitscheppen.’ 
Ik schrok en zei: ‘Wegbranden mag ook hoor?’
‘Nee… nee…’, zei ze verlekkerd, ‘ik ben wel héél nieuwsgierig of het de onschuldige plekjes zijn die ik vermoed.’
‘Oke… ik snap het... maar moet u het héél diep uitsnijden?’ In gedachte zag ik mezelf al met een gat in m’n wang of een gigalitteken omdat de jonge arts per ongeluk was uitgeschoten.
Ze lachte me bemoedigend toe ‘U wordt verdoofd hoor.’ 
Het stelde me niet helemaal gerust maar omdat de huisarts zich er op verheugde, er verzorgd en fijngebouwd uitzag stemde ik toe. Met de nodige overpeinzingen reden we naar huis om volgende week terug te komen.
Onrustig woelde ik ’s avonds in ons bed. Toen ik na vele dromen over mislukte medische ingrepen en geamputeerde lichaamsdelen wakker schrok, stond Peter plotseling met een kop thee voor m’n neus. Hij lachte meelevend en probeerde met me mee te denken. ‘Stel je voor dat je hele hoofd vervangen moet worden en er is alleen een Chinees, een indiaan en een negerin. Welke zou je dan kiezen?’
‘Pfff… hou op… geef me maar dat kopje thee!’ <3'

Na maandenlange kritische blikken in de spiegel was ik het zat. Dat pigmentvlekje in m’n hals en die stomme pukkel op m’n wang irriteerde me mateloos. Stel… dat het geen schoonheidsfoutjes zijn maar door de zon agressief aanzwellende kenmerken? Ik had daar immers precies de gevoelige huid voor. Dusss… reden Peter en ik naar een nieuwe jonge huisarts.
Aandachtig bekeek ze mijn plekjes en gooide enthousiast met medische termen in het rond. Haar ogen begonnen te glimmen toen ze vertelde dat ze de vreemdgroeiers wel een kopje kleiner wilde maken. ‘De ene schaaf ik met een mesje tot een schaafwond en de ander zal ik wat dieper uitscheppen.’
Ik schrok en zei: ‘Wegbranden mag ook hoor?’
‘Nee… nee…’, zei ze verlekkerd, ‘ik ben wel héél nieuwsgierig of het de onschuldige plekjes zijn die ik vermoed.’
‘Oke… ik snap het... maar moet u het héél diep uitsnijden?’ In gedachte zag ik mezelf al met een gat in m’n wang of een gigalitteken omdat de jonge arts per ongeluk was uitgeschoten.
Ze lachte me bemoedigend toe ‘U wordt verdoofd hoor.’
Het stelde me niet helemaal gerust maar omdat de huisarts zich er op verheugde, er verzorgd en fijngebouwd uitzag stemde ik toe. Met de nodige overpeinzingen reden we naar huis om volgende week terug te komen.
Onrustig woelde ik ’s avonds in ons bed. Toen ik na vele dromen over mislukte medische ingrepen en geamputeerde lichaamsdelen wakker schrok, stond Peter plotseling met een kop thee voor m’n neus. Hij lachte meelevend en probeerde met me mee te denken. ‘Stel je voor dat je hele hoofd vervangen moet worden en er is alleen een Chinees, een indiaan en een negerin. Welke zou je dan kiezen?’
‘Pfff… hou op… geef me maar dat kopje thee!’

woensdag 15 augustus 2018

Van het padje af...

'Van het padje af...
Na de hittegolf, het koeltefront en mezelf daar ergens middenin was ik mijn padje kwijt geraakt. Het gegroefde pad kronkelde en verstopte zich tussen de bladeren en dook moeiteloos onder water. Ik snapte er niks van. Waar was mijn pad gebleven?
Afwachtend keek ik om me heen en tuurde voor me uit. Ik werd niet ongeduldig of boos maar voelde me verdrietig. Met angstige ogen vroeg ik me af dat als het pad onder mijn voeten was verdwenen of ik ook onvindbaar was geworden? Maar dat was niet zo. Andere mensen wisten mijn pad moeiteloos te vinden. Opgelucht gleed ik van mijn padje af.
Omdat het allemaal onduidelijk begon te worden, deed ik maar wat. Precies op dat moment gebeurde het.
‘Hè hè, daar ben je dan?’ juichte het pad.
Geschrokken begreep ik niet meteen wie er tegen me sprak. Ik slofte over het pad en fluisterde: ‘Ben jij dat padje?’
‘Natuurlijk, dat weet je toch?’ ritselde mijn pad.
‘Maar waar was je dan al die tijd?’
‘Hier… gewoon... onder je voeten.’
‘Maar waarom zag ik je niet?’
Een zonnestraal scheen over het pad en door de warmte kwam de kruidige geur van aarde vrij. ‘Jij slofte over mijn groeven, jij bedekte me met bladeren en jij stuwde me onder water…’
Ik zweeg en luisterde verlegen naar het pad.
‘Altijd zal ik je blijven dragen en wil ik jouw wegwijzer zijn want elk pad verdwijnt zonder haar afdruk. Logisch toch? Jij vormt mijn beeltenis en ik schenk jou mijn landschap. Samen zijn we één.’
Ik zuchtte voldaan en maakte als dank nog een foto om het landschap te omarmen.
‘Maar…’, zei het pad, ‘als je de volgende keer naar de kapper gaat vraag dan aan de nieuwe kapster niet zomaar een kapseltje. Ik heb ook smaak…’ <3'

Na de hittegolf, het koeltefront en mezelf daar ergens middenin was ik mijn padje kwijt geraakt. Het gegroefde pad kronkelde en verstopte zich tussen de bladeren en dook moeiteloos onder water. Ik snapte er niks van. Waar was mijn pad gebleven?
Afwachtend keek ik om me heen en tuurde voor me uit. Ik werd niet ongeduldig of boos maar voelde me verdrietig. Met angstige ogen vroeg ik me af dat als het pad onder mijn voeten was verdwenen of ik ook onvindbaar was geworden? Maar dat was niet zo. Andere mensen wisten mijn pad moeiteloos te vinden. Opgelucht gleed ik van mijn padje af.
Omdat het allemaal onduidelijk begon te worden, deed ik maar wat. Precies op dat moment gebeurde het.
‘Hè hè, daar ben je dan?’ juichte het pad.
Geschrokken begreep ik niet meteen wie er tegen me sprak. Ik slofte over het pad en fluisterde: ‘Ben jij dat padje?’
‘Natuurlijk, dat weet je toch?’ ritselde mijn pad.
‘Maar waar was je dan al die tijd?’
‘Hier… gewoon... onder je voeten.’
‘Maar waarom zag ik je niet?’
Een zonnestraal scheen over het pad en door de warmte kwam de kruidige geur van aarde vrij. ‘Jij slofte over mijn groeven, jij bedekte me met bladeren en jij stuwde me onder water…’
Ik zweeg en luisterde verlegen naar het pad.
‘Altijd zal ik je blijven dragen en wil ik jouw wegwijzer zijn want elk pad verdwijnt zonder haar afdruk. Logisch toch? Jij vormt mijn beeltenis en ik schenk jou mijn landschap. Samen zijn we één.’
Ik zuchtte voldaan en maakte als dank nog een foto om het landschap te omarmen.
‘Maar…’, zei het pad, ‘als je de volgende keer naar de kapper gaat vraag dan aan de nieuwe kapster niet zomaar een kapseltje. Ik heb ook smaak…’ 

woensdag 1 augustus 2018

Zo transparant en licht als... niets

'Na jarenlang met een eenvoudige mobiel en een prepaidsimkaartje te hebben gestoeid, kreeg ik eindelijk een heuse Iphone.
Voorzichtig wikkelde ik het dure apparaat in een microvezeldoekje en besloot een hoesje bij Bol. com te bestellen. Verheugd koos ik voor een transparante backcase. De voorkant was immers al van een extra glasplaat voorzien. Zo duur en zo sjiek, ik waande me bijna koninklijk.
Toen het pakketje werd bezorgd maakte ik een elegant sprongetje. Bijna vloog het vederlicht door de lucht toen ik de verpakking begon los te peuteren. Ik glimlachte van oorlel naar oorlel. Voorzichtig opende ik de doorzichtige verpakking waar de transparante backcase in moest zitten. Maar… er zat niks in!
Geschrokken dacht ik aan het sprookje van ‘de keizer zonder kleren’. De keizer die naakt op het plein stond en dacht dat de kleermaker hem onzichtbare kleren had aangemeten. ‘Uw kleding is alleen door slimme mensen te zien,’ had de kleermaker hem verzekerd.
Er trok een rilling door me heen. Als domme onderdaan bekeek ik nog eens het pakketje en het verpakkingsmateriaal. Heel licht, transparant en erg luchtig. Bol. com vroeg me foto’s te maken van ‘het niets’ Ik werd er een beetje lacherig van. Serieus bezig zijn met iets wat er niet is alsof ik stiekem over mijn schouders voor de gek werd gehouden.
Beteuterd wacht ik de administratieve rompslomp af. Da’s toch anders zoals vroeger toen de prins Assepoesters glazen muiltjes kwam aanpassen… <3'

Na jarenlang met een eenvoudig mobiel en een prepaidsimkaartje te hebben gestoeid, kreeg ik eindelijk een heuse Iphone.
Voorzichtig wikkelde ik het dure apparaat in een microvezeldoekje en besloot een hoesje bij Bol. com te bestellen. Verheugd koos ik voor een transparante backcase. De voorkant was immers al van een extra glasplaat voorzien. Zo duur en zo sjiek, ik waande me bijna koninklijk.
Toen het pakketje werd bezorgd maakte ik een elegant sprongetje. Bijna vloog het vederlicht door de lucht toen ik de verpakking begon los te peuteren. Ik glimlachte van oorlel naar oorlel. Voorzichtig opende ik de doorzichtige verpakking waar de transparante backcase in moest zitten. Maar… er zat niks in!
Geschrokken dacht ik aan het sprookje van ‘de keizer zonder kleren’. De keizer die naakt op het plein stond en dacht dat de kleermaker hem onzichtbare kleren had aangemeten. ‘Uw kleding is alleen door slimme mensen te zien,’ had de kleermaker hem verzekerd.
Er trok een rilling door me heen. Als domme onderdaan bekeek ik nog eens het pakketje en het verpakkingsmateriaal. Heel licht, transparant en erg luchtig. Bol. com vroeg me foto’s te maken van ‘het niets’ Ik werd er een beetje lacherig van. Serieus bezig zijn met iets wat er niet is alsof ik stiekem over mijn schouders voor de gek werd gehouden.
Beteuterd wacht ik de administratieve rompslomp af. Da’s toch anders zoals vroeger toen de prins Assepoesters glazen muiltjes kwam aanpassen.

woensdag 11 juli 2018

Fladderend voort

'Wat ik de laatste tijd heb gedaan, is laveren tussen ‘ontdek je plekje’, mensen behandelen en mijn tijdelijke schrijversstop. De nodige gevoelens die daarbij loskomen laat ik zo veel mogelijk door me heen fladderen. Best wel hilarisch te bedenken dat ik zoveel mogelijkheden heb om mijn leven te vullen. Grotendeels ben ik in de winter schrijver en in de zomer behandelaar. Daar tussendoor haak ik mijn liefde voor de natuur, het ontdekken van onze nieuwe woonplek en de hartverwarmende ontmoetingen met mensen aan elkaar. Haken…? Dat is weer een tijd geleden. Ik krijg er plotseling zin in. Heerlijk, wanneer ik mij voorstel dat mijn blik zich oneindig als een meditatie over het haakwerk glijd. Zal ik straks na deze korte update een leuk werkje opzoeken of ga ik toch eerst de boodschappen doen?
De rust behouden tussen het laveren van de vele mogelijkheden door zal altijd een uitdaging blijven maar de enige om het lang vol te houden. Rust kan bij mij ook doen zijn, even niet nadenken maar mijn blik op oneindig.
Bij elke impuls die ik voel, neem ik bewust mijn ruimte in op een volledige inademing van stilte. Tenminste... meestal dan. Precies in die splitseconde kies ik of ik de impuls ga volgen of niet. Lieve snoetenboekers, ik wens jullie mooie impulsen naar jezelf… <3'

Wat ik de laatste tijd heb gedaan, is laveren tussen ‘ontdek je plekje’, mensen behandelen en mijn tijdelijke schrijversstop. De nodige gevoelens die daarbij loskomen laat ik zo veel mogelijk door me heen fladderen. Best wel hilarisch te bedenken dat ik zoveel mogelijkheden heb om mijn leven te vullen. Grotendeels ben ik in de winter schrijver en in de zomer behandelaar. Daar tussendoor haak ik mijn liefde voor de natuur, het ontdekken van onze nieuwe woonplek en de hartverwarmende ontmoetingen met mensen aan elkaar. Haken…? Dat is weer een tijd geleden. Ik krijg er plotseling zin in. Heerlijk, wanneer ik mij voorstel dat mijn blik zich oneindig als een meditatie over het haakwerk glijd. Zal ik straks na deze korte update een leuk werkje opzoeken of ga ik toch eerst de boodschappen doen?
De rust behouden tussen het laveren van de vele mogelijkheden door zal altijd een uitdaging blijven maar de enige om het lang vol te houden. Rust kan bij mij ook doen zijn, even niet nadenken maar mijn blik op oneindig.
Bij elke impuls die ik voel, neem ik bewust mijn ruimte in op een volledige inademing van stilte. Tenminste... meestal dan. Precies in die splitseconde kies ik of ik de impuls ga volgen of niet. Lieve snoetenboekers, ik wens jullie mooie impulsen naar jezelf… 

woensdag 27 juni 2018

Als een parel in een oester

'Als een parel in een oester
Op een dag deed ik aan sightseeing in onze nieuwe omgeving. Verwonderd keek ik omhoog in de laan waarbij de eikenbomen elkaar grillig in het midden raken. Verder en verder fietste ik door een bos waarbij de beukenbomen statig langs me heen flitsten. Plotseling brak het bos open en lag voor mij een verstilt dorpje. Waar was ik? Ik wist het niet.
Ik werd door de dorpsstraat getrokken alsof er iemand riep. Hulpeloos volgde ik de impuls en stond ik binnen enkele minuten in een winkel. Het Kruitvat. Wat moest ik hier? Wazig liep ik de winkel rond en werd ik tijdelijk verblind door een zonnestraal. Daar... precies daar in het midden stond zij. Tussen allerlei grootse huishoudelijke apparaten stond een lief klein doosje. Wat was dat? Wat deed ze daar tussen al die grote ooms en tantes? Voorzichtig kwam ik haar tegemoet.
Ze zat stevig vastgeklemd in het doosje. Ik keek om me heen om haar stiekem uit het doosje te bevrijden. Het was doodstil in de winkel. Het karton schuurde luid en met wat wrikken kreeg ik haar uit de verpakking. We keken elkaar aan… ze deed haar dichtgeslagen ogen open. Ik lachte haar toe. Ze knikte zonder iets te zeggen. Nog één keer keek ik de winkel rond en schoof haar voorzichtig in het doosje. Opgewonden stond ik bij de kassa maar liet natuurlijk niets merken. Wat zweetdruppels parelden op mijn huid toen ik haar in mijn fietsmandje zette. Eindelijk liet ik een zucht van opluchting ontsnappen.
We hadden elkaar gevonden... mijn miniwaterkoker en ik. We zijn nog nooit zo blij geweest… <3'

Op een dag deed ik aan sightseeing in onze nieuwe omgeving. Verwonderd keek ik omhoog in de laan waarbij de eikenbomen elkaar grillig in het midden raken. Verder en verder fietste ik door een bos waarbij de beukenbomen statig langs me heen flitsten. Plotseling brak het bos open en lag voor mij een verstilt dorpje. Waar was ik? Ik wist het niet.
Ik werd door de dorpsstraat getrokken alsof er iemand riep. Hulpeloos volgde ik de impuls en stond ik binnen enkele minuten in een winkel. Het Kruitvat. Wat moest ik hier? Wazig liep ik de winkel rond en werd ik tijdelijk verblind door een zonnestraal. Daar... precies daar in het midden stond zij. Tussen allerlei grootse huishoudelijke apparaten stond een lief klein doosje. Wat was dat? Wat deed ze daar tussen al die grote ooms en tantes? Voorzichtig kwam ik haar tegemoet.
Ze zat stevig vastgeklemd in het doosje. Ik keek om me heen om haar stiekem uit het doosje te bevrijden. Het was doodstil in de winkel. Het karton schuurde luid en met wat wrikken kreeg ik haar uit de verpakking. We keken elkaar aan… ze deed haar dichtgeslagen ogen open. Ik lachte haar toe. Ze knikte zonder iets te zeggen. Nog één keer keek ik de winkel rond en schoof haar voorzichtig in het doosje. Opgewonden stond ik bij de kassa maar liet natuurlijk niets merken. Wat zweetdruppels parelden op mijn huid toen ik haar in mijn fietsmandje zette. Eindelijk liet ik een zucht van opluchting ontsnappen.
We hadden elkaar gevonden... mijn miniwaterkoker en ik. We zijn nog nooit zo blij geweest… 

woensdag 13 juni 2018

Overpeinzing in vertrouwen


Regelmatig hebben Peter en ik mooie volle dagen met nieuwe ontmoetingen en oude bekenden. Nou ja… eigenlijk is het allemaal nieuw omdat elke dag weer uniek is en elk mens weer gegroeid is.
We waren blij verrast om een krachtige dame na acht jaar weer te omarmen terwijl het leek alsof we elkaar nog kortgeleden hadden gezien. Het ontroerd ons telkens als er eenmaal een mooi contact is gestart de tussentijdse ruimte weg lijkt te vallen.
Gistermiddag klopte onverwacht een medekampeerder uit ve
rvlogen jaren op de camperdeur. Verheugd omhelsden we elkaar. Hij heeft zijn vrouw het afgelopen voorjaar verloren maar in gedachte en met gevoel zat ze gewoon naast ons. Oud en nieuw, dood en leven… Niets lijken we te kunnen vasthouden en tegelijkertijd is alles aanwezig.
Na het overlijden van mijn vader voel ik dat er iets in mij is verandert. De dood is niet het einde. Dankbaar doorvoel ik de uitspraak dat de dood ook een deel van het leven is. De opluchting geeft me rust.
Terwijl Peter zich ontlaadt en oplaadt door naar een voetbalwedstrijd te kijken, pluk ik voorzichtig de brandnetels voor mijn bospad weg. Daar op ons kersverse plek wil ik mijn oude hangmat hangen. Een merel kijkt verbaasd op en pikt dankbaar de kleine kersen van het nieuwe bospad. Mooi om te zijn en te zien hoe alles verloopt. Ik voel me completer en bewuster. Ik vertrouw op wat er komen gaat...

woensdag 30 mei 2018

We blijven lachen...


Tijdens de laatste stop in België hadden we onze camper langs de groene oever van De Leie gezet. Op zoek naar Vlaamse friet en een gezellig terrasje kwamen we een uurtje later terug. Vol verbazing keken we naar de twee campers die zich naast ons hadden geïnstalleerd. Ze hadden ons raam dichtgedaan om er op dertig cm afstand naast te kunnen staan. Ik schoot in de lach en vroeg de eigenaresse ‘Wat eten we vanavond?’ Peter keek woest en begon spontaan te koken.
De volgende dag konden we niet zomaar wegrijden want in de camper die naast ons stond sliep ‘schoonmoeder’ en volgens de camperbezitters moesten we even wachten tot ze wakker werd. Peter en ik keken elkaar aan: ‘Natuurlijk dat kon er ook nog wel bij.’
Uiteindelijk thuisgekomen in Wolfheze werden we verwelkomd met de kruidige lucht van naaldbomen en eiken. We installeerden ons royaal en werden nieuwsgierig begroet door rond huppelende konijnen tussen een zweem van struikrozen. Nu zou alles goed komen.
Helaas was mijn vernieuwde fietsband opnieuw leeggelopen en wilde het autootje niet starten. Dat gingen we even regelen en dan konden we eindelijk ‘landen’. De grijze zilvermeeuw, zoals ik het autootje heb genoemd, dacht er anders over. Na enkele vleugelslagen weigerde hij telkens door te vliegen, de accu moest vernieuwd worden. Keer op keer moest er geduwd en getrokken worden en op het moment dat de zilvermeeuw zijn batterij had opgeladen vloog ik met hem over de snelweg. Ik had het onwerkelijke bericht gekregen dat mijn vader op sterven lag en op mij wachtte.
De zilvermeeuw sputterde tegen en ‘Claire’ van het navigatiesysteem was de kluts kwijt maar ik reed in gedachte in één rechte lijn naar mijn vader. Na de laatste tunnel werd er hevig getoeterd omdat mijn lichten niet brandden en alle alarmknoppen in de zilvermeeuw aangingen. Midden op een viaduct stond ik stil. ‘Dood… hartstikke dood.’ Ik begon te huilen, ‘nee… niet nu… nog even wachten.’
Trillend belde ik 112 en klom ik in de bergingsauto die mij naar een parkeerplaats bij Sloterdijk bracht. Ik was er bijna… In een truckerscafé probeerde ik het één en ander te regelen voor de zilvermeeuw. Ik besloot dat hij hier moest blijven wachten tot latere orders. Ik wilde mijn vader zien.
Toen ik de kerktoren uit het raam van de trein zag opdoemen wist ik dat ik in mijn geboortedorp was aangekomen. Nog een klein stukje… daar kwam mijn zus al aangelopen. Samen liepen we naar huis, naar onze vader, onze moeder, onze broer en al onze betrokken familieleden. We waren er allemaal toen pa’s laatste wens was uitgekomen en rustig overleed. Zonder poespas in zijn eigen bed thuis in de huiskamer.
‘Nou Cor, ik ga weer op mijn stoel zitten hoor,’ waren mijn moeders laatste woorden aan hem. Mijn vader nam nog een laatste ademteug. ‘We blijven lachen…’ zou hij gezegd hebben.