woensdag 23 maart 2016

Nog even dan...


Na lange tijd op dezelfde plek te hebben gestaan wagen we de sprong voor een rustige terugtocht. We pakken niet meteen de snelweg dwars door Marokko maar besluiten de terugreis te beginnen met een soort ‘warming-up’. De motor loopt stationair en bij een Spaanse supermarkt weten we een aantal flessen wijn en pure chocola te scoren. Na slechts 75 km belanden we bij de oceaan. Proostend met onze eigen wijn op een terrasje besluiten we nog een paar dagen de zeelucht op te snuiven. Nog even dan…
Op de ‘bejaardencamping’ waar we gewoonlijk met een grote boog omheen rijden zoeken we een rustig plekje. Dat moet lukken op zo’n laatste rustplaats. We belanden ergens aan de rand met vrije ruimte om ons heen. Dat is tijdelijk. Twee campers met een aantal Franse vrienden komen gezellig naast ons staan. Gelukkig blijft de andere kant vrij. Nog even dan…
Peter steekt een sigaretje op en schiet zijn peuk in de bosjes. De tuinman van de camping die net de hoek om komt lopen geeft Peter een waarschuwing. Vervolgens hakt hij een hele strook bosjes om op de vrije plaats naast ons. De logica ontgaat ons. Als hij een cirkelzaag tevoorschijn haalt vluchten we naar de oceaan. Nog even dan…
’s Nachts schijnen twee bouwlampen precies over onze camper heen. Samen met de volle maan beleven we een kunstmatig overdag maar slapen een gat in de nacht. ’s Morgens giert het geluid van de cirkelzaag vlak naast onze camper over de camping. De tuinman heeft er zin in… vier bomen worden omgezaagd om plaats te maken voor een chalet. De dood voor de bomen wordt beslist maar een bejaard echtpaar heeft nog even dan…
We kunnen het allemaal niet aan elkaar rijmen. Het is alsof de luxe behoefte van overwinteraars een soort gevangenis wordt. Slechts een moment gaan we er in mee als we ons laten bedienen op het terras en een ons kaas kopen voor vijf euro. Dat duurt maar even…
We zien de gezichten van bekenden die we nog van voor de ‘bejaardencamping’ kennen.
We omarmen de chef geworden ober die in zijn moeilijke jaren een doos kinderkleding van ons kreeg. ‘Ik heb er nu vijf…’ lacht hij trots.
We omarmen de satellietman die in zijn moeilijke jaren een te hoog loon compenseerde met twee glazen jus d’orange. ‘Allemachtiggg, prachtiggg…’ roept hij ons vrolijk na.
We omarmen de schilder die nooit geld van ons aan wilde nemen. ‘Ik ken deze goede vrienden al van 2002…’ zegt hij vol trots tegen wildvreemde mensen.
We omarmen de monteur in zijn naastgelegen bedrijfsruimte die we stiekem sigaretten en wijn toestopten als zijn vader niet keek. ‘Komen jullie bij mij staan?’ knipoogt hij ons toe.
Lieve mensen, nooit voor even… maar voor altijd.

woensdag 16 maart 2016

Mandala kussen


Vraag me niet hoe ik dit heb gehaakt,hoe je van rond naar vierkant ga,
hoeveel keer ik elke ronde heb uitgehaald,
hoe ik me heb vastgebeten aan de draad,
hoeveel steekjes er bij mij los zaten,
hoe er wonder boven wonder een kussen ontstond,
waarop mijn hoofd mag rusten.