Denkend aan ‘little house on the prairie’ is mijn Charles
niet aan het houthakken maar drukdoende om een oude satellietschotel op een
bamboestok vast te maken. Er raast veel wind over de prairie. Een vreemde
buurman commandeert Charles wat hij met de gegeven satellietschotel moet doen.
Charles doet gauw een schietgebedje terwijl hij wantrouwend naar het zwiepende
geheel kijkt.
‘Maar buurman, dit werkt toch niet?’
‘Niet praten maar doorwerken!’
‘Alles zit zo goed als vast, buurman.’
‘Oké, dan zoek je nu Hotbird.’
‘Maar… ik wil geen Hotbird.’
‘Zoek Hotbird!’
‘Ja, buurman.’
‘Waar is de lijst?’
‘Lijst?’
‘De lijst met satellieten?’
‘Ik heb geen lijst, buurman.’
‘Jawel, zoek de lijst!’
‘Ik wil Astra.’
‘Eerst Hotbird, Charles.’
‘Kijk, hier is Hotbird, buurman, zonder signaal.’
‘Ah… goed zo.’
‘Maar… Hotbird is geen Astra.’
‘Niet zeuren Charles.’
‘Niet praten maar doorwerken!’
‘Alles zit zo goed als vast, buurman.’
‘Oké, dan zoek je nu Hotbird.’
‘Maar… ik wil geen Hotbird.’
‘Zoek Hotbird!’
‘Ja, buurman.’
‘Waar is de lijst?’
‘Lijst?’
‘De lijst met satellieten?’
‘Ik heb geen lijst, buurman.’
‘Jawel, zoek de lijst!’
‘Ik wil Astra.’
‘Eerst Hotbird, Charles.’
‘Kijk, hier is Hotbird, buurman, zonder signaal.’
‘Ah… goed zo.’
‘Maar… Hotbird is geen Astra.’
‘Niet zeuren Charles.’
Omdat ik het tafereel niet kan aanzien doe ik mijn schort om.
Als een Caroline flans ik met de sobere ingrediënten die nog aanwezig zijn een
appeltaart in elkaar. Het camperoventje verspreidt al snel een heerlijke geur. Plotseling rukt de
buurman zijn satellietschotel met bamboestengel uit de grond en is
mopperend naar huis gegaan. We kijken elkaar verbluft
aan. Halleluja… lachend vallen we elkaar in de armen.
‘Ik lust wel een flink stuk taart,’ zegt Charles kwajongensachtig.
‘Nou vooruit dan,’ deugdzaam glimlachend als Caroline snijd ik de hete taart in stukken.
‘Nou vooruit dan,’ deugdzaam glimlachend als Caroline snijd ik de hete taart in stukken.
Dagelijkse perikelen uit ‘little motorhome on the road’