Om mijn verleden tot leven te wekken klom ik in de takken
van mijn stamboom. Via de Kroone-lijn sprong ik van mijn opa en oma in twee
stappen naar mijn betovergrootouders, in twee volgende stappen naar mijn oudgrootouders
en eindigde na weer twee sprongen bij mijn betoudovergrootouders.
In acht noestige
generaties voor mij leefden mijn oerouders rond het oude Oer-IJ waarvan een
zijtak via Castricum in zee uitmondde. Ze woonden op zandplaten waar Holland op
zijn smalst was en trokken het veenmoeras in om het land te bebouwen. Langs
dijken en met bootjes trotseerden ze het water waarmee ze ploeterden op het
zompige land. Ik zie de beelden al voor me. Een vader in oude lompen die zijn
boerendochter als toekomstige bruid met een enkele koe naar de overkant
peddelde.
‘Kroone Kroone… hard werken met lage lonen…’ hoorde ik mijn vader als kind
regelmatig zeggen. Blijkbaar was er bij hem nog een blauwdruk aanwezig met een hardnekkig restant van zijn oer-ouders. Als vermengde nazaten met de West-Friezen waren we
nijverige arbeiders rond het landgoed Kronenburg. Zonder adellijke afkomst waren
we slechts het klootjesvolk die in de buurt van het landgoed woonden. ‘De dagloners
bij Kronen’
Uitgemolken zakte ik een paar stamboomtakken lager om de kant van mijn moeder
te bestuderen. Ruim dertig jaar geleden zijn mijn zus en ik met deze tak begonnen maar
de sapstroom was onvindbaar. Onze Limburgse familieleden vonden het wel
interessant maar pikten niet het fanatisme op van ‘de twee zussen boven de
rivieren’. Na hun Bourgondische gastvrijheid en vele stukken vlaai later waren
we op deze tak van onze stamboom ingedut. Totdat… ik deze week zomaar een
poging waagde. Met mijn neus voorwaarts besloot ik niet te stoppen voordat ik
de voorouders van mijn oma Bisschops zou vinden. Het lukte… van moeder op vader vielen de puzzelstukjes in elkaar. Als een behendig aapje van tak naar tak leunde ik moe maar blij achterover en
googlede nog wat nonchalant in het rond.
‘Jan Joseph Bisschops is een (36x
achter) kleinzoon van Karel de Grote’ las ik tot mijn grote verbazing. Ik lachte want dat
moest een grapje zijn. Met hernieuwde energie bekeek ik de lijst van namen welke inderdaad overeen kwamen met mijn stamboom. Verbijsterd liet ik de informatie tot me doordringen
en belde mijn moeder.
‘Mam, hoe gaat het?’
‘Ach… zijn gangetje… volgende week een bloed- en darmonderzoek.’
‘Niks leuk… maar met dat bloed zit het wel goed,’ antwoordde ik.
‘Hoe zo?’
‘Hoogwelgeboren vrouwe U bent van
adellijke afkomst.’
‘Ja hoor…’ grinnikte mijn moeder
‘Echt wel… Uwe jonkvrouw... Hendrik Jozef Bisschops, de opa van jouw moeder was
met een dochter uit een adellijke lijn getrouwd.’
Nu ploeteren ‘twee zussen van Kroone’ samen door het levenswerk van veertig
generaties. Onze meisjesdromen worden werkelijkheid. Sprookjesachtige verhalen
vliegen ons om de oren. Van koster, stadhouder en leenheer klimmen we op naar adellijke graven en gravinnen. Ridders kregen huizen in ruil voor hun levenslange eer
en trouw. Adembenemend lezen we de legende van 'Jan de Sterke' die zijn paard redde
door aan een tak te hangen waarbij hij zijn paard tussen zijn dijen klemde.
Precies op dat moment drukte ik te enthousiast op het verkeerde knopje online en
had ik in één klap mijn hele stamboom verwijderd. Met klamme handen schreef ik
mijn zus, ‘HELLUP…’
Vlijtig had ze mijn vondsten als zorgvuldig borduurwerk overgetypt en met een wifizwaai van het zwaard van haar koene ridder Joop kwam mijn gesnoeide boom wonder
boven wonder weer tot leven. De pareltjes dropen onder mijn Kroon vandaan waarop mijn ridder Peter voorzichtig de Kroon op haar fluwelen kussen zette en liefdevol het zweet van mijn edele voorhoofd wreef.
Mijn
onderzoek werd een intensieve werkweek en is nog lang niet afgelopen. Via
wikipedia dringt een oer-besef tot me door dat ik een deel ben van onze geschiedenis. Ik lees gruwelijke
verhalen en zie sprookjesachtige beelden. Mijn oer-ouder ‘Karel de Grote’ was
een zoon van ‘Pepijn de korte’ en ‘Bertrada met de grote voet’ Ik zwijmel even weg en schommel aan een tak als...
‘Corina de kleine met haar grote fantasie’.