woensdag 29 augustus 2018

Kopje onder...


'Kopje onder...
Na maandenlange kritische blikken in de spiegel was ik het zat. Dat pigmentvlekje in m’n hals en die stomme pukkel op m’n wang irriteerde me mateloos. Stel… dat het geen schoonheidsfoutjes zijn maar door de zon agressief aanzwellende kenmerken? Ik had daar immers precies de gevoelige huid voor. Dusss… reden Peter en ik naar een nieuwe jonge huisarts.
Aandachtig bekeek ze mijn plekjes en gooide enthousiast met medische termen in het rond. Haar ogen begonnen te glimmen toen ze vertelde dat ze de vreemdgroeiers wel een kopje kleiner wilde maken. ‘De ene schaaf ik met een mesje tot een schaafwond en de ander zal ik wat dieper uitscheppen.’ 
Ik schrok en zei: ‘Wegbranden mag ook hoor?’
‘Nee… nee…’, zei ze verlekkerd, ‘ik ben wel héél nieuwsgierig of het de onschuldige plekjes zijn die ik vermoed.’
‘Oke… ik snap het... maar moet u het héél diep uitsnijden?’ In gedachte zag ik mezelf al met een gat in m’n wang of een gigalitteken omdat de jonge arts per ongeluk was uitgeschoten.
Ze lachte me bemoedigend toe ‘U wordt verdoofd hoor.’ 
Het stelde me niet helemaal gerust maar omdat de huisarts zich er op verheugde, er verzorgd en fijngebouwd uitzag stemde ik toe. Met de nodige overpeinzingen reden we naar huis om volgende week terug te komen.
Onrustig woelde ik ’s avonds in ons bed. Toen ik na vele dromen over mislukte medische ingrepen en geamputeerde lichaamsdelen wakker schrok, stond Peter plotseling met een kop thee voor m’n neus. Hij lachte meelevend en probeerde met me mee te denken. ‘Stel je voor dat je hele hoofd vervangen moet worden en er is alleen een Chinees, een indiaan en een negerin. Welke zou je dan kiezen?’
‘Pfff… hou op… geef me maar dat kopje thee!’ <3'

Na maandenlange kritische blikken in de spiegel was ik het zat. Dat pigmentvlekje in m’n hals en die stomme pukkel op m’n wang irriteerde me mateloos. Stel… dat het geen schoonheidsfoutjes zijn maar door de zon agressief aanzwellende kenmerken? Ik had daar immers precies de gevoelige huid voor. Dusss… reden Peter en ik naar een nieuwe jonge huisarts.
Aandachtig bekeek ze mijn plekjes en gooide enthousiast met medische termen in het rond. Haar ogen begonnen te glimmen toen ze vertelde dat ze de vreemdgroeiers wel een kopje kleiner wilde maken. ‘De ene schaaf ik met een mesje tot een schaafwond en de ander zal ik wat dieper uitscheppen.’
Ik schrok en zei: ‘Wegbranden mag ook hoor?’
‘Nee… nee…’, zei ze verlekkerd, ‘ik ben wel héél nieuwsgierig of het de onschuldige plekjes zijn die ik vermoed.’
‘Oke… ik snap het... maar moet u het héél diep uitsnijden?’ In gedachte zag ik mezelf al met een gat in m’n wang of een gigalitteken omdat de jonge arts per ongeluk was uitgeschoten.
Ze lachte me bemoedigend toe ‘U wordt verdoofd hoor.’
Het stelde me niet helemaal gerust maar omdat de huisarts zich er op verheugde, er verzorgd en fijngebouwd uitzag stemde ik toe. Met de nodige overpeinzingen reden we naar huis om volgende week terug te komen.
Onrustig woelde ik ’s avonds in ons bed. Toen ik na vele dromen over mislukte medische ingrepen en geamputeerde lichaamsdelen wakker schrok, stond Peter plotseling met een kop thee voor m’n neus. Hij lachte meelevend en probeerde met me mee te denken. ‘Stel je voor dat je hele hoofd vervangen moet worden en er is alleen een Chinees, een indiaan en een negerin. Welke zou je dan kiezen?’
‘Pfff… hou op… geef me maar dat kopje thee!’

woensdag 15 augustus 2018

Van het padje af...

'Van het padje af...
Na de hittegolf, het koeltefront en mezelf daar ergens middenin was ik mijn padje kwijt geraakt. Het gegroefde pad kronkelde en verstopte zich tussen de bladeren en dook moeiteloos onder water. Ik snapte er niks van. Waar was mijn pad gebleven?
Afwachtend keek ik om me heen en tuurde voor me uit. Ik werd niet ongeduldig of boos maar voelde me verdrietig. Met angstige ogen vroeg ik me af dat als het pad onder mijn voeten was verdwenen of ik ook onvindbaar was geworden? Maar dat was niet zo. Andere mensen wisten mijn pad moeiteloos te vinden. Opgelucht gleed ik van mijn padje af.
Omdat het allemaal onduidelijk begon te worden, deed ik maar wat. Precies op dat moment gebeurde het.
‘Hè hè, daar ben je dan?’ juichte het pad.
Geschrokken begreep ik niet meteen wie er tegen me sprak. Ik slofte over het pad en fluisterde: ‘Ben jij dat padje?’
‘Natuurlijk, dat weet je toch?’ ritselde mijn pad.
‘Maar waar was je dan al die tijd?’
‘Hier… gewoon... onder je voeten.’
‘Maar waarom zag ik je niet?’
Een zonnestraal scheen over het pad en door de warmte kwam de kruidige geur van aarde vrij. ‘Jij slofte over mijn groeven, jij bedekte me met bladeren en jij stuwde me onder water…’
Ik zweeg en luisterde verlegen naar het pad.
‘Altijd zal ik je blijven dragen en wil ik jouw wegwijzer zijn want elk pad verdwijnt zonder haar afdruk. Logisch toch? Jij vormt mijn beeltenis en ik schenk jou mijn landschap. Samen zijn we één.’
Ik zuchtte voldaan en maakte als dank nog een foto om het landschap te omarmen.
‘Maar…’, zei het pad, ‘als je de volgende keer naar de kapper gaat vraag dan aan de nieuwe kapster niet zomaar een kapseltje. Ik heb ook smaak…’ <3'

Na de hittegolf, het koeltefront en mezelf daar ergens middenin was ik mijn padje kwijt geraakt. Het gegroefde pad kronkelde en verstopte zich tussen de bladeren en dook moeiteloos onder water. Ik snapte er niks van. Waar was mijn pad gebleven?
Afwachtend keek ik om me heen en tuurde voor me uit. Ik werd niet ongeduldig of boos maar voelde me verdrietig. Met angstige ogen vroeg ik me af dat als het pad onder mijn voeten was verdwenen of ik ook onvindbaar was geworden? Maar dat was niet zo. Andere mensen wisten mijn pad moeiteloos te vinden. Opgelucht gleed ik van mijn padje af.
Omdat het allemaal onduidelijk begon te worden, deed ik maar wat. Precies op dat moment gebeurde het.
‘Hè hè, daar ben je dan?’ juichte het pad.
Geschrokken begreep ik niet meteen wie er tegen me sprak. Ik slofte over het pad en fluisterde: ‘Ben jij dat padje?’
‘Natuurlijk, dat weet je toch?’ ritselde mijn pad.
‘Maar waar was je dan al die tijd?’
‘Hier… gewoon... onder je voeten.’
‘Maar waarom zag ik je niet?’
Een zonnestraal scheen over het pad en door de warmte kwam de kruidige geur van aarde vrij. ‘Jij slofte over mijn groeven, jij bedekte me met bladeren en jij stuwde me onder water…’
Ik zweeg en luisterde verlegen naar het pad.
‘Altijd zal ik je blijven dragen en wil ik jouw wegwijzer zijn want elk pad verdwijnt zonder haar afdruk. Logisch toch? Jij vormt mijn beeltenis en ik schenk jou mijn landschap. Samen zijn we één.’
Ik zuchtte voldaan en maakte als dank nog een foto om het landschap te omarmen.
‘Maar…’, zei het pad, ‘als je de volgende keer naar de kapper gaat vraag dan aan de nieuwe kapster niet zomaar een kapseltje. Ik heb ook smaak…’ 

woensdag 1 augustus 2018

Zo transparant en licht als... niets

'Na jarenlang met een eenvoudige mobiel en een prepaidsimkaartje te hebben gestoeid, kreeg ik eindelijk een heuse Iphone.
Voorzichtig wikkelde ik het dure apparaat in een microvezeldoekje en besloot een hoesje bij Bol. com te bestellen. Verheugd koos ik voor een transparante backcase. De voorkant was immers al van een extra glasplaat voorzien. Zo duur en zo sjiek, ik waande me bijna koninklijk.
Toen het pakketje werd bezorgd maakte ik een elegant sprongetje. Bijna vloog het vederlicht door de lucht toen ik de verpakking begon los te peuteren. Ik glimlachte van oorlel naar oorlel. Voorzichtig opende ik de doorzichtige verpakking waar de transparante backcase in moest zitten. Maar… er zat niks in!
Geschrokken dacht ik aan het sprookje van ‘de keizer zonder kleren’. De keizer die naakt op het plein stond en dacht dat de kleermaker hem onzichtbare kleren had aangemeten. ‘Uw kleding is alleen door slimme mensen te zien,’ had de kleermaker hem verzekerd.
Er trok een rilling door me heen. Als domme onderdaan bekeek ik nog eens het pakketje en het verpakkingsmateriaal. Heel licht, transparant en erg luchtig. Bol. com vroeg me foto’s te maken van ‘het niets’ Ik werd er een beetje lacherig van. Serieus bezig zijn met iets wat er niet is alsof ik stiekem over mijn schouders voor de gek werd gehouden.
Beteuterd wacht ik de administratieve rompslomp af. Da’s toch anders zoals vroeger toen de prins Assepoesters glazen muiltjes kwam aanpassen… <3'

Na jarenlang met een eenvoudig mobiel en een prepaidsimkaartje te hebben gestoeid, kreeg ik eindelijk een heuse Iphone.
Voorzichtig wikkelde ik het dure apparaat in een microvezeldoekje en besloot een hoesje bij Bol. com te bestellen. Verheugd koos ik voor een transparante backcase. De voorkant was immers al van een extra glasplaat voorzien. Zo duur en zo sjiek, ik waande me bijna koninklijk.
Toen het pakketje werd bezorgd maakte ik een elegant sprongetje. Bijna vloog het vederlicht door de lucht toen ik de verpakking begon los te peuteren. Ik glimlachte van oorlel naar oorlel. Voorzichtig opende ik de doorzichtige verpakking waar de transparante backcase in moest zitten. Maar… er zat niks in!
Geschrokken dacht ik aan het sprookje van ‘de keizer zonder kleren’. De keizer die naakt op het plein stond en dacht dat de kleermaker hem onzichtbare kleren had aangemeten. ‘Uw kleding is alleen door slimme mensen te zien,’ had de kleermaker hem verzekerd.
Er trok een rilling door me heen. Als domme onderdaan bekeek ik nog eens het pakketje en het verpakkingsmateriaal. Heel licht, transparant en erg luchtig. Bol. com vroeg me foto’s te maken van ‘het niets’ Ik werd er een beetje lacherig van. Serieus bezig zijn met iets wat er niet is alsof ik stiekem over mijn schouders voor de gek werd gehouden.
Beteuterd wacht ik de administratieve rompslomp af. Da’s toch anders zoals vroeger toen de prins Assepoesters glazen muiltjes kwam aanpassen.

woensdag 11 juli 2018

Fladderend voort

'Wat ik de laatste tijd heb gedaan, is laveren tussen ‘ontdek je plekje’, mensen behandelen en mijn tijdelijke schrijversstop. De nodige gevoelens die daarbij loskomen laat ik zo veel mogelijk door me heen fladderen. Best wel hilarisch te bedenken dat ik zoveel mogelijkheden heb om mijn leven te vullen. Grotendeels ben ik in de winter schrijver en in de zomer behandelaar. Daar tussendoor haak ik mijn liefde voor de natuur, het ontdekken van onze nieuwe woonplek en de hartverwarmende ontmoetingen met mensen aan elkaar. Haken…? Dat is weer een tijd geleden. Ik krijg er plotseling zin in. Heerlijk, wanneer ik mij voorstel dat mijn blik zich oneindig als een meditatie over het haakwerk glijd. Zal ik straks na deze korte update een leuk werkje opzoeken of ga ik toch eerst de boodschappen doen?
De rust behouden tussen het laveren van de vele mogelijkheden door zal altijd een uitdaging blijven maar de enige om het lang vol te houden. Rust kan bij mij ook doen zijn, even niet nadenken maar mijn blik op oneindig.
Bij elke impuls die ik voel, neem ik bewust mijn ruimte in op een volledige inademing van stilte. Tenminste... meestal dan. Precies in die splitseconde kies ik of ik de impuls ga volgen of niet. Lieve snoetenboekers, ik wens jullie mooie impulsen naar jezelf… <3'

Wat ik de laatste tijd heb gedaan, is laveren tussen ‘ontdek je plekje’, mensen behandelen en mijn tijdelijke schrijversstop. De nodige gevoelens die daarbij loskomen laat ik zo veel mogelijk door me heen fladderen. Best wel hilarisch te bedenken dat ik zoveel mogelijkheden heb om mijn leven te vullen. Grotendeels ben ik in de winter schrijver en in de zomer behandelaar. Daar tussendoor haak ik mijn liefde voor de natuur, het ontdekken van onze nieuwe woonplek en de hartverwarmende ontmoetingen met mensen aan elkaar. Haken…? Dat is weer een tijd geleden. Ik krijg er plotseling zin in. Heerlijk, wanneer ik mij voorstel dat mijn blik zich oneindig als een meditatie over het haakwerk glijd. Zal ik straks na deze korte update een leuk werkje opzoeken of ga ik toch eerst de boodschappen doen?
De rust behouden tussen het laveren van de vele mogelijkheden door zal altijd een uitdaging blijven maar de enige om het lang vol te houden. Rust kan bij mij ook doen zijn, even niet nadenken maar mijn blik op oneindig.
Bij elke impuls die ik voel, neem ik bewust mijn ruimte in op een volledige inademing van stilte. Tenminste... meestal dan. Precies in die splitseconde kies ik of ik de impuls ga volgen of niet. Lieve snoetenboekers, ik wens jullie mooie impulsen naar jezelf… 

woensdag 27 juni 2018

Als een parel in een oester

'Als een parel in een oester
Op een dag deed ik aan sightseeing in onze nieuwe omgeving. Verwonderd keek ik omhoog in de laan waarbij de eikenbomen elkaar grillig in het midden raken. Verder en verder fietste ik door een bos waarbij de beukenbomen statig langs me heen flitsten. Plotseling brak het bos open en lag voor mij een verstilt dorpje. Waar was ik? Ik wist het niet.
Ik werd door de dorpsstraat getrokken alsof er iemand riep. Hulpeloos volgde ik de impuls en stond ik binnen enkele minuten in een winkel. Het Kruitvat. Wat moest ik hier? Wazig liep ik de winkel rond en werd ik tijdelijk verblind door een zonnestraal. Daar... precies daar in het midden stond zij. Tussen allerlei grootse huishoudelijke apparaten stond een lief klein doosje. Wat was dat? Wat deed ze daar tussen al die grote ooms en tantes? Voorzichtig kwam ik haar tegemoet.
Ze zat stevig vastgeklemd in het doosje. Ik keek om me heen om haar stiekem uit het doosje te bevrijden. Het was doodstil in de winkel. Het karton schuurde luid en met wat wrikken kreeg ik haar uit de verpakking. We keken elkaar aan… ze deed haar dichtgeslagen ogen open. Ik lachte haar toe. Ze knikte zonder iets te zeggen. Nog één keer keek ik de winkel rond en schoof haar voorzichtig in het doosje. Opgewonden stond ik bij de kassa maar liet natuurlijk niets merken. Wat zweetdruppels parelden op mijn huid toen ik haar in mijn fietsmandje zette. Eindelijk liet ik een zucht van opluchting ontsnappen.
We hadden elkaar gevonden... mijn miniwaterkoker en ik. We zijn nog nooit zo blij geweest… <3'

Op een dag deed ik aan sightseeing in onze nieuwe omgeving. Verwonderd keek ik omhoog in de laan waarbij de eikenbomen elkaar grillig in het midden raken. Verder en verder fietste ik door een bos waarbij de beukenbomen statig langs me heen flitsten. Plotseling brak het bos open en lag voor mij een verstilt dorpje. Waar was ik? Ik wist het niet.
Ik werd door de dorpsstraat getrokken alsof er iemand riep. Hulpeloos volgde ik de impuls en stond ik binnen enkele minuten in een winkel. Het Kruitvat. Wat moest ik hier? Wazig liep ik de winkel rond en werd ik tijdelijk verblind door een zonnestraal. Daar... precies daar in het midden stond zij. Tussen allerlei grootse huishoudelijke apparaten stond een lief klein doosje. Wat was dat? Wat deed ze daar tussen al die grote ooms en tantes? Voorzichtig kwam ik haar tegemoet.
Ze zat stevig vastgeklemd in het doosje. Ik keek om me heen om haar stiekem uit het doosje te bevrijden. Het was doodstil in de winkel. Het karton schuurde luid en met wat wrikken kreeg ik haar uit de verpakking. We keken elkaar aan… ze deed haar dichtgeslagen ogen open. Ik lachte haar toe. Ze knikte zonder iets te zeggen. Nog één keer keek ik de winkel rond en schoof haar voorzichtig in het doosje. Opgewonden stond ik bij de kassa maar liet natuurlijk niets merken. Wat zweetdruppels parelden op mijn huid toen ik haar in mijn fietsmandje zette. Eindelijk liet ik een zucht van opluchting ontsnappen.
We hadden elkaar gevonden... mijn miniwaterkoker en ik. We zijn nog nooit zo blij geweest… 

woensdag 13 juni 2018

Overpeinzing in vertrouwen


Regelmatig hebben Peter en ik mooie volle dagen met nieuwe ontmoetingen en oude bekenden. Nou ja… eigenlijk is het allemaal nieuw omdat elke dag weer uniek is en elk mens weer gegroeid is.
We waren blij verrast om een krachtige dame na acht jaar weer te omarmen terwijl het leek alsof we elkaar nog kortgeleden hadden gezien. Het ontroerd ons telkens als er eenmaal een mooi contact is gestart de tussentijdse ruimte weg lijkt te vallen.
Gistermiddag klopte onverwacht een medekampeerder uit ve
rvlogen jaren op de camperdeur. Verheugd omhelsden we elkaar. Hij heeft zijn vrouw het afgelopen voorjaar verloren maar in gedachte en met gevoel zat ze gewoon naast ons. Oud en nieuw, dood en leven… Niets lijken we te kunnen vasthouden en tegelijkertijd is alles aanwezig.
Na het overlijden van mijn vader voel ik dat er iets in mij is verandert. De dood is niet het einde. Dankbaar doorvoel ik de uitspraak dat de dood ook een deel van het leven is. De opluchting geeft me rust.
Terwijl Peter zich ontlaadt en oplaadt door naar een voetbalwedstrijd te kijken, pluk ik voorzichtig de brandnetels voor mijn bospad weg. Daar op ons kersverse plek wil ik mijn oude hangmat hangen. Een merel kijkt verbaasd op en pikt dankbaar de kleine kersen van het nieuwe bospad. Mooi om te zijn en te zien hoe alles verloopt. Ik voel me completer en bewuster. Ik vertrouw op wat er komen gaat...

woensdag 30 mei 2018

We blijven lachen...


Tijdens de laatste stop in België hadden we onze camper langs de groene oever van De Leie gezet. Op zoek naar Vlaamse friet en een gezellig terrasje kwamen we een uurtje later terug. Vol verbazing keken we naar de twee campers die zich naast ons hadden geïnstalleerd. Ze hadden ons raam dichtgedaan om er op dertig cm afstand naast te kunnen staan. Ik schoot in de lach en vroeg de eigenaresse ‘Wat eten we vanavond?’ Peter keek woest en begon spontaan te koken.
De volgende dag konden we niet zomaar wegrijden want in de camper die naast ons stond sliep ‘schoonmoeder’ en volgens de camperbezitters moesten we even wachten tot ze wakker werd. Peter en ik keken elkaar aan: ‘Natuurlijk dat kon er ook nog wel bij.’
Uiteindelijk thuisgekomen in Wolfheze werden we verwelkomd met de kruidige lucht van naaldbomen en eiken. We installeerden ons royaal en werden nieuwsgierig begroet door rond huppelende konijnen tussen een zweem van struikrozen. Nu zou alles goed komen.
Helaas was mijn vernieuwde fietsband opnieuw leeggelopen en wilde het autootje niet starten. Dat gingen we even regelen en dan konden we eindelijk ‘landen’. De grijze zilvermeeuw, zoals ik het autootje heb genoemd, dacht er anders over. Na enkele vleugelslagen weigerde hij telkens door te vliegen, de accu moest vernieuwd worden. Keer op keer moest er geduwd en getrokken worden en op het moment dat de zilvermeeuw zijn batterij had opgeladen vloog ik met hem over de snelweg. Ik had het onwerkelijke bericht gekregen dat mijn vader op sterven lag en op mij wachtte.
De zilvermeeuw sputterde tegen en ‘Claire’ van het navigatiesysteem was de kluts kwijt maar ik reed in gedachte in één rechte lijn naar mijn vader. Na de laatste tunnel werd er hevig getoeterd omdat mijn lichten niet brandden en alle alarmknoppen in de zilvermeeuw aangingen. Midden op een viaduct stond ik stil. ‘Dood… hartstikke dood.’ Ik begon te huilen, ‘nee… niet nu… nog even wachten.’
Trillend belde ik 112 en klom ik in de bergingsauto die mij naar een parkeerplaats bij Sloterdijk bracht. Ik was er bijna… In een truckerscafé probeerde ik het één en ander te regelen voor de zilvermeeuw. Ik besloot dat hij hier moest blijven wachten tot latere orders. Ik wilde mijn vader zien.
Toen ik de kerktoren uit het raam van de trein zag opdoemen wist ik dat ik in mijn geboortedorp was aangekomen. Nog een klein stukje… daar kwam mijn zus al aangelopen. Samen liepen we naar huis, naar onze vader, onze moeder, onze broer en al onze betrokken familieleden. We waren er allemaal toen pa’s laatste wens was uitgekomen en rustig overleed. Zonder poespas in zijn eigen bed thuis in de huiskamer.
‘Nou Cor, ik ga weer op mijn stoel zitten hoor,’ waren mijn moeders laatste woorden aan hem. Mijn vader nam nog een laatste ademteug. ‘We blijven lachen…’ zou hij gezegd hebben.

woensdag 16 mei 2018

Luxe ecotoerist


Als een speld in een hooiberg zitten Peter en ik midden in Spanje. In de Extremadura zijn de dorpjes verlaten en groeit de natuur weelderig. Langs de rivieren en stroompjes uit de bergen ontstonden generaties lang 'pueblos' met hard werkende families. Het water klatert helder en vrij zonder ingewikkeld buizensysteem. Helaas is dit idyllische leven niet vruchtbaar geweest. De woningen zijn gebleven maar de jongere generaties zijn vertrokken.
Een grijze oude man zit op een steen en leunt op zijn stok. Zijn vrouw zit op een houten stoel ernaast met haar bril op het puntje van haar neus. Ze probeert een kruiswoordraadsel op te lossen. 'Buenos tardes,' groet de man en ik groet vriendelijk terug.
Snuivend loop ik door het prachtig vervallen dorp. Rozen staan in volle bloei en gecombineerd met kruidige schermbloemen wandel ik door een geurparadijs. Ik begrijp wel waarom de ouderen hier hun laatste dagen slijten. Waar wij op zoek gaan naar Tiny huizen en een zelfvoorzienend leven hebben deze ouderen al jarenlang voor hun bestaan doorgeploeterd. Uiteindelijk is er het moment van berusting ontstaan.
Wandelend als een ecotoerist voel ik respect voor de volhouders. Mijn wens is dat ze eenvoudig maar tevreden nog lang genieten van de rust en de zuiveren lucht mogen inademen. Opgeladen loop ik weer terug naar ons Tiny huis op wielen met een vers geplukt bosje groen als salade...

woensdag 2 mei 2018

Anker van licht


Elke keer als ik in Chipiona ben word ik aangetrokken door de negenenzestig meter hoge vuurtoren die het kustplaatsje zijn naam heeft gegeven. De imposante toren geeft me het gevoel van thuiskomen.
‘Land in zicht… ik heb het gehaald.’ Als een zeeman siddert de laatste vonk door mijn lijf en in een oplichtende gloed bereik ik het vaste land. Opgelucht schuifel ik langs de kust met mijn ogen gericht op de toren. ‘Nog even… en ik ben er.’
De brandende zon en de striemende wind hebben me hongerig en dorstig gemaakt. Mijn benen zwalken tussen het scheidingsgebied van de onvoorspelbare oceaan en de eerste zandkorrels onder mijn voeten. De laatste tranen veroorzaakt door het felle zonlicht vloeien uit mijn ogen.De brandende zon en de striemende wind hebben me hongerig en dorstig gemaakt. Mijn benen zwalken tussen het scheidingsgebied van de onvoorspelbare oceaan en de eerste zandkorrels onder mijn voeten. De laatste tranen veroorzaakt door het felle zonlicht vloeien uit mijn ogen.
'
Daar is hij… in volle glorie.’ Verblind door de zon hoor ik de woest beukende golven tegen zijn grondvesting slaan. Mijn hart maakt een sprongetje want precies daar waar in de Romeinse tijd de eerste ‘Turris Caepionis’ werd gebouwd prijkt inmiddels ruim 150 jaar deze vuurtoren. Het geeft me troost en houvast dat een lichtbaken nooit verloren zal gaan.

woensdag 18 april 2018

Van hier naar daar


Van mijn voorraadkist kan ik de bodem zien. De laatste Europese lekkernijen liggen klaar om opgegeten te worden. Peter pakt het Belgisch stoofpotje dat is overgebleven. ‘Er zit bruin bier in!’ roept hij enthousiast. Als een ridder met stalen darmen kan hij alle toevoegingen aan maar dat moet ik als prinses op de erwt niet proberen.
‘Ik heb nog doperwten,’ realiseer ik me als ik kijk naar het potje bamboescheuten en m’n neus ophaal voor een verfrissend glas bietensap. Ik sluit de kist en pak de zak doperwten uit de koelkast. ‘Allemaal?’ vraagt Peter. ‘Ja allemaal…’ en samen pellen we de doperwten die als knikkers in een pannetje rollen. Ook bij ons duikelen overpeinzingen in onze hoofden. Aangevuld met de laatste kop Basmati rijst fantaseren we wat we als eerste in Spanje gaan kopen.
‘Paté en karbonade,’ zegt Peter.
‘Voor mij hazelnoten, extra pure chocolade en oude geitenkaas,’ antwoord ik.
Nog even en dan gaan we het Afrikaanse continent verlaten. Slechts twee nachtjes slapen en lek geprikt worden door een invasie muggen waarvan de exemplaren steeds groter worden.
‘Als ik aan Europa denk,’ zegt Peter, ‘voel ik me hier veiliger dan daar.’
Huiverend bekijk ik mijn inmiddels met rode bultjes bezaaide lichaam. Ik twijfel. ‘Misschien voelt het daar onveiliger maar ik voel me wel vrijer,’ antwoord ik bedenkelijk. In Europa hoef ik immers niet met respect gepaste kleding van de camping te gaan. Daar kan ik zelfs een korte broek en hemdje aantrekken en Peter hoeft niet mee als begeleiding. Zijn we daar los van onuitgesproken regels in een wereld vol verleidingen? Terwijl ik over een rijtje muggenbulten krap 
vraag ik me af wat ik mezelf eigenlijk wijs maak.
‘In ieder geval kunnen we weer bijbruinen,’ zegt Peter.
Samen staren we over de oceaan, veilig en vrij, allebei met zijn of haar eigen gedachte. Nog een paar dagen en dan zal Peter bij onze eerste stop bij Mac Donalds een hamburger nemen en ik een salade mediterranea. Dat is wat ik zeker weet…

woensdag 24 januari 2018

Bomen over stambomen


Om mijn verleden tot leven te wekken klom ik in de takken van mijn stamboom. Via de Kroone-lijn sprong ik van mijn opa en oma in twee stappen naar mijn betovergrootouders, in twee volgende stappen naar mijn oudgrootouders en eindigde na weer twee sprongen bij mijn betoudovergrootouders.
In acht noestige generaties voor mij leefden mijn oerouders rond het oude Oer-IJ waarvan een zijtak via Castricum in zee uitmondde. Ze woonden op zandplaten waar Holland op zijn smalst was en trokken het veenmoeras in om het land te bebouwen. Langs dijken en met bootjes trotseerden ze het water waarmee ze ploeterden op het zompige land. Ik zie de beelden al voor me. Een vader in oude lompen die zijn boerendochter als toekomstige bruid met een enkele koe naar de overkant peddelde.
‘Kroone Kroone… hard werken met lage lonen…’ hoorde ik mijn vader als kind regelmatig zeggen. Blijkbaar was er bij hem nog een blauwdruk aanwezig met een hardnekkig restant van zijn oer-ouders. Als vermengde nazaten met de West-Friezen waren we nijverige arbeiders rond het landgoed Kronenburg. Zonder adellijke afkomst waren we slechts het klootjesvolk die in de buurt van het landgoed woonden. ‘De dagloners bij Kronen’
Uitgemolken zakte ik een paar stamboomtakken lager om de kant van mijn moeder te bestuderen. Ruim dertig jaar geleden zijn mijn zus en ik met deze tak begonnen maar de sapstroom was onvindbaar. Onze Limburgse familieleden vonden het wel interessant maar pikten niet het fanatisme op van ‘de twee zussen boven de rivieren’. Na hun Bourgondische gastvrijheid en vele stukken vlaai later waren we op deze tak van onze stamboom ingedut. Totdat… ik deze week zomaar een poging waagde. Met mijn neus voorwaarts besloot ik niet te stoppen voordat ik de voorouders van mijn oma Bisschops zou vinden. Het lukte… van moeder op vader vielen de puzzelstukjes in elkaar. Als een behendig aapje van tak naar tak leunde ik moe maar blij achterover en googlede nog wat nonchalant in het rond.
‘Jan Joseph Bisschops is een (36x achter) kleinzoon van Karel de Grote’ las ik tot mijn grote verbazing. Ik lachte want dat moest een grapje zijn. Met hernieuwde energie bekeek ik de lijst van namen welke inderdaad overeen kwamen met mijn stamboom. Verbijsterd liet ik de informatie tot me doordringen en belde mijn moeder.
‘Mam, hoe gaat het?’
‘Ach… zijn gangetje… volgende week een bloed- en darmonderzoek.’
‘Niks leuk… maar met dat bloed zit het wel goed,’ antwoordde ik.
‘Hoe zo?’
‘Hoogwelgeboren vrouwe U bent van adellijke afkomst.’
‘Ja hoor…’ grinnikte mijn moeder
‘Echt wel… Uwe jonkvrouw... Hendrik Jozef Bisschops, de opa van jouw moeder was met een dochter uit een adellijke lijn getrouwd.’
Nu ploeteren ‘twee zussen van Kroone’ samen door het levenswerk van veertig generaties. 
Onze meisjesdromen worden werkelijkheid. Sprookjesachtige verhalen vliegen ons om de oren. Van koster, stadhouder en leenheer klimmen we op naar adellijke graven en gravinnen. Ridders kregen huizen in ruil voor hun levenslange eer en trouw. Adembenemend lezen we de legende van 'Jan de Sterke' die zijn paard redde door aan een tak te hangen waarbij hij zijn paard tussen zijn dijen klemde.
Precies op dat moment drukte ik te enthousiast op het verkeerde knopje online en had ik in één klap mijn hele stamboom verwijderd. Met klamme handen schreef ik mijn zus, ‘HELLUP…’
Vlijtig had ze mijn vondsten als zorgvuldig borduurwerk overgetypt en met een wifizwaai van het zwaard van haar koene ridder Joop kwam mijn gesnoeide boom wonder boven wonder weer tot leven. De pareltjes dropen onder mijn Kroon vandaan waarop mijn ridder Peter voorzichtig de Kroon op haar fluwelen kussen zette en liefdevol het zweet van mijn edele voorhoofd wreef.
Mijn onderzoek werd een intensieve werkweek en is nog lang niet afgelopen. Via wikipedia dringt een oer-besef tot me door dat ik een deel ben van onze geschiedenis. Ik lees gruwelijke verhalen en zie sprookjesachtige beelden. Mijn oer-ouder ‘Karel de Grote’ was een zoon van ‘Pepijn de korte’ en ‘Bertrada met de grote voet’ Ik zwijmel even weg en schommel aan een tak als...
‘Corina de kleine met haar grote fantasie’.