Ik werd door de dorpsstraat getrokken alsof er iemand riep. Hulpeloos volgde ik de impuls en stond ik binnen enkele minuten in een winkel. Het Kruitvat. Wat moest ik hier? Wazig liep ik de winkel rond en werd ik tijdelijk verblind door een zonnestraal. Daar... precies daar in het midden stond zij. Tussen allerlei grootse huishoudelijke apparaten stond een lief klein doosje. Wat was dat? Wat deed ze daar tussen al die grote ooms en tantes? Voorzichtig kwam ik haar tegemoet.
Ze zat stevig vastgeklemd in het doosje. Ik keek om me heen om haar stiekem uit het doosje te bevrijden. Het was doodstil in de winkel. Het karton schuurde luid en met wat wrikken kreeg ik haar uit de verpakking. We keken elkaar aan… ze deed haar dichtgeslagen ogen open. Ik lachte haar toe. Ze knikte zonder iets te zeggen. Nog één keer keek ik de winkel rond en schoof haar voorzichtig in het doosje. Opgewonden stond ik bij de kassa maar liet natuurlijk niets merken. Wat zweetdruppels parelden op mijn huid toen ik haar in mijn fietsmandje zette. Eindelijk liet ik een zucht van opluchting ontsnappen.
We hadden elkaar gevonden... mijn miniwaterkoker en ik. We zijn nog nooit zo blij geweest…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten