maandag 9 oktober 2017

Eikels en gif spuwen


We zijn bij een bergingsbedrijf aangekomen die ons volgens de regels van de snelweg moest wegslepen. De versnellingen waren er mee gestopt omdat vermoedelijk onze lieftallige monteur uit Nederland was vergeten de olie te controleren. Dat was de eerste eikel.
Natuurlijk zijn we zelf verantwoordelijk voor grootmoedercamper zodat we ons uiterste best doen haar te begrijpen. Helaas leren we meestal van haar fouten.
Met wanhopige gebaren riep de bestuurder van de sleepauto ‘fuck and shit’ en herhaalde zowel in het Frans als in het Engels dat het einde verhaal was.
‘Hoezo?’ vroegen we verbaasd.
‘De olie is eruit gelopen…’
‘Bent u de monteur?’
‘Nee…’
Peter en ik keken elkaar met opgetrokken wenkbrauwen aan. Dat was de tweede eikel.
We besloten eerst een professional naar de camper te laten kijken voordat we iets hysterisch beslisten. Bij de garage aangekomen schudde een monteur zijn hoofd en zei dat de camper naar Nederland werd gebracht.

‘Hoezo?’ vroegen we.
‘De versnellingsbak is stuk…’
‘Heeft u gekeken?’
‘Nee…’
Plop… daar viel weer een eikel.
Met lichte druk werd ik naar de telefoon gemanoeuvreerd om de verzekering te bellen zodat er geld op hun bankrekening werd gestort. De verzekeringsagent werkte een vragenlijst af en in gedachte zag ik hem met een strak gekampt kapsel en stropdas achter zijn bureau zitten.
‘De camper wordt naar Nederlands gesleept…’
‘Hoezo?’ vroeg ik.
‘De versnellingsbak is stuk…’
‘Zonder dat iemand heeft gekeken?’
‘Eh…’ stamelt het ventje ‘spreekt u wel Frans?’
‘Nou… wij vragen ons af of iemand ons wel verstaat…’ We staarden naar de lucht om niet getroffen te worden door harde eikels.
Terwijl ik aan de telefoon hing en de verzekeringsagent probeerde gerust te stellen dat wij eerst wilden kijken of het simpel was op te lossen hoorde ik Peter iemand streng toespreken. Plotseling kregen we stroom, water en wifi. Ik graaide in een schaal met ‘chup a chup lollies’ die voor de wachtende klanten klaar lagen. 'Jammer,' dacht ik, 'geen eikels.' Iemand bood zijn excuses aan. Toen we doorgaven dat de versnellingen het weer deden omdat ze waren afgekoeld knikte de monteur.
‘Kunnen we zomaar naar een andere garage rijden…’ antwoordde Peter.
‘Het komt goed,’ suste de monteur, ‘ik ga er maandag naar kijken.’
En dat deed ie… om 11.45 uur werden we op de krik gezet en daarna ging hij lunchen. Om 15.00 uur vulde hij de versnellingsbak en ging een rondje rijden. Binnen een half uur functioneerde alles weer normaal waar wij 72 uur op hadden gewacht.
'Niks aan het handje,' glimlachte de monteur, ‘het kost 700 euro en de olie is gratis.’
Ik dacht aan giftige paddenstoelen en een bos vol neer kletterende eikels. In de herfst zijn ze er overal maar soms zijn ze goud waard…