woensdag 26 februari 2014

HUURAUTO, het gevaar voor eigen leven



Als een soort vervolg op de TAXI MET NIJPTANG werden we deze keer geheel in beslag genomen door de HUURAUTO.
Vol enthousiasme zitten we om 9.00 uur op de stoep bij de receptie. Na wat kopjes thee en koffie komt de HUURAUTO twee uur later het terrein op rijden. We staan te juichen. Het is alsof we een goudklompje in onze handen krijgen. Daardoor laten we ons een tikkeltje overbluffen en betalen een hogere huurprijs dan was afgesproken.
We installeren ons in de Peugeot. 'PEUGEOT? Nee, het dringt niet tot ons door!' We drijfen rond op een roze wolk terwijl we alle knopjes, spiegels en raampjes uitproberen.
Op de weg moet ik het stuur stevig vasthouden om niet de bocht uit te vliegen. 'Ach, dat zal wel aan mij liggen, gewoon even wennen...'
Hortend en stotend halen we het dichts bijzijnde benzinestation. Nu de lege tank gevuld is kan het alleen maar beter gaan. 'Ja toch?'
Het muziekje dat de eigenaar aan heeft gezet begint me een beetje te irriteren. Nadat ik de aan-en-uit-knop uiteindelijk heb gevonden zak ik verwachtingsvol terug in de stoel. De weldadige rust komt niet... Het 'muziekje' hoort bij het geluid van de auto. Een hoog, repeterend geluid ergens daar achter bij de wielen.
'Lekker hè, zo'n dagje weg', zegt Peter tevreden naast me.
'Jazeker...' antwoord ik met een stalen glimlach terwijl ik mijn handen strakker om het stuur klem.
Plotseling doemt er een ezel de weg op. 'Gelukkig de remmen doen het...' Alleen moet ik wel op tijd terugschakelen en niet in een te grote versnelling optrekken. Anders lijkt het net alsof we over een trap afdalen. 'Nog even en dan ben ik samen met de HUURAUTO in shock...'
Geklemd tussen een langzaam rijdende vrachtwagen en een enorme pick-up die toeterend met zijn grote lichten achter me blijft kleven verlang ik naar het veilige eind van de reis. En die komt. We vinden een parkeerplaats vlak bij de boulevard waar we willen gaan eten. Alleen is die vol. Toch instrueert de parkeerwachter om het terrein op te rijden. Achter een rij geparkeerde auto's wordt er op de kopse kant een nieuwe rij gecreëerd.
Peter en ik kijken elkaar een beetje sullig aan: 'Dit kan toch niet? Zo sluiten we de weg af voor de auto's die geparkeerd staan...'
Eerlijk gezegd kan het me niet meer zo veel schelen. Als de HUURAUTO maar geparkeerd staat. Handrem erop. Klaar! Handrem? Ja, die doet het wel... Alleen mag ik die van de parkeerwachter níet gebruiken. Hij controleert of ie vrij staat door met een brede glimlach de HUURAUTO heen en weer te duwen. 'Logisch toch? Al duw je 'm naar Timboektoek... Wij zijn er klaar mee.'
Met een stel wit weggetrokken koppen ploffen we neer in het restaurant. We zitten heerlijk in het zonnetje en kijken uit over de boulevard. We bestellen een fles wijn bij het eten. Niets herinnert ons aan de HUURAUTO.



 

Na een zo goed als geslaagd etentje besluiten we de halve fles wijn mee te nemen.
De ober met zijn bril met één poot kijkt ons bedrukt aan: 'Dat mag niet!'
'Hu, mag niet, waarom niet? vraagt Peter.
'Dat is verboden!' Snel glipt de ober weg.
Verbouwereerd houdt Peter nogmaals de ober aan voor een kurk op de fles. De ober kijkt schuchter om zich heen en fluisterend geheimzinnig: 'Hebben jullie een auto?'
'Ja!' roepen we in koor.
De ober buigt nog meer naar voren en fluisterd bijna onverstaanbaar: 'Staat de auto hier dichtbij geparkeerd?'
'Ja!' roepen we wederom.
De ober kijkt geschrokken om zich heen en vlucht opnieuw het restaurant in alsof hij op de hielen wordt gezeten door de geheime politie. Het lijkt erop dat we worden behandeld als strenge moslims. 'Toch wel knap met mijn tien woorden Marokkaans.'
Peter besluit hem achterna te lopen met de fles wijn. Achter het raam zie ik verhitte gebaren en een onrustige ober. Uiteindelijk stapt Peter met een pakketje in zijn hand uit het restaurant. In de plastic zak zit de verboden fles wijn stevig ingedraaid in krantenpapier.
Terwijl we het terras aflopen roept de ober ons nog na:
'Met gevaar voor eigen leven!'
Ja wrijf het er nog maar in...
We wilden alleen met een flesje wijn de HUURAUTO even vergeten.

zaterdag 22 februari 2014

TAXI MET NIJPTANG


Omdat het nogal moeilijk is om met onze camper tussen de palmbomen te manoeuvreren, bestelden we een taxi om ons op te halen. We hadden afgesproken om een bepaalde tijd op de T-kruising. Wachtend op de ‘blauwe Peugeot’ kwam een Taxi-mercedes en een 4-wheel-drive voorbij, die we vriendelijk afsloegen als lift.
‘Nee, sjokran (dank u) we worden elk moment opgepikt door een blauwe Peugeot.’

Na nog een kwartiertje ongeduldig wachten, kwam er een gammele, met zwarte stoten rook, blauwe Peugeot op ons af. Vlak voor ons sloeg de motor af. Ietsepietsje verbouwereerd besloten we vol respect de taxi in te stappen.

Ik moest achterin en de chauffeur deed het portier zonder handvat voor me open met een nijptang. Oké daar zat ik dan. Ik voelde me een beetje opgesloten. Over de aangevreten bekleding was een smoezelig kleedje neergelegd, de binnenkant van de portieren zaten met plakband en ijzerdaad aan elkaar vast. Zonder hulp of nijptang konden ze me de hele dag in de auto opsluiten.


Nu moest Peter er nog in. Tegen zijn deur moest je eerst schoppen voordat ie uit zijn scharnier sprong. Zijn raampje stond open en daar zat verder ook geen beweging in. Na ja, dat kwam goed uit, zo konden we altijd nog door het raampje naar buiten als het met de nijptang niet zou lukken.
Uit het handschoenenvakje staken twee electriciteitsdraadjes. Terwijl de chauffeur met zijn nijptang onder de motorkap bezig was, werd Peter geinstruëerd de twee draadjes op het juiste moment naar elkaar toe te brengen. Toen begon ík hem toch wel een beetje te knijpen. Ik voelde m’n haren al overeind komen.

Bzzzzzzzzzzzzzzzz uche uche uche en voila… de taxi draaide weer op volle toeren. Hortend en stotend reden we over de weg, misschien was lopen zelfs sneller geweest. Beide mannen voorin zaten klem tegen het plafond van de auto. Het losgekomen Sahara-zand draaide vrolijk in de auto rond.
De vijvertjes onder mijn oksels droogde op in wit uitgeslagen cirkels en de strakke glimlach rond mijn mond begon zich langzaam te ontspannen.

En zo gebeurde het dat de taxichauffeur met nijptang ons vol trots in zijn blauwe Peugeot naar de souk en weer terug naar de camper bracht. In een fractie van een seconde dacht ik nog aan de jaarlijkse APK maar dat wimpelde ik gauw weg. Hier is het levensmoto immers...

‘Hij rijdt toch?’