maandag 31 juli 2017

Het sprookje van de eenzame oester


Lang, heel lang geleden klemde een onopvallende oester zich vast aan een rots. Ze voelde zich grijs en in de steek gelaten. Het was ondenkbaar dat ze zich volledig zou kunnen openen voor wat er op haar vloedgolf zou komen. Omdat ze bang was gekwetst te worden liet ze zich niet zien. Het zorgde er voor dat ze opgesloten zat in haar eigen oesterschelp. Veilig maar alleen...
Op een dag besloot ze haar schelp op een kiertje te laten staan. Voorzichtig keek ze om zich heen. Ook al was ze bang overspoeld te worden toch had ze er schoon genoeg van. Genoeg van de terugtrekkende pijn van eenzaamheid. Uit gewoonte klapte ze nog regelmatig potdicht. Ze was het zo gewend. Uiteindelijk ging de oesterschelp steeds vaker en wijder open.
Ze begon te genieten van het deinende water, de kleuren en geluiden om haar heen. Het was wel gek... want hoe kwetsbaarder ze werd hoe krachtiger ze zich voelde. Er ontstond een soort oer gevoel. Ze begon het leven te voelen en er op te vertrouwen terwijl ze beschut in haar halfgeopende schelpenhuis zat. Steeds vaker werd ze opgemerkt en steeds minder vaak raakte ze in de war. Plotseling riep er iemand: 'Kijk 'ns wat een mooie parel!'
Ze keek om zich heen maar zag niks. ‘Bedoelde ze mij?’ vroeg ze zich af.
Toen ze het nog een keer hoorde wist ze het zeker. Ze begon te blozen maar durfde niet naast haar schelp te gaan zwemmen. Dat ging haar een zee te ver.

Nieuwsgierig keek ze naar de rots waar het geluid vandaan kwam. Op de rots zaten nog meer oesters. Opeens besefte ze dat ze niet alleen was. Ze wist dat in elke vasthoudende oesterschelp een hart van een parel zou zitten. Misschien waren sommige nog niet zichtbaar maar ze zou er alles aan doen om ze te laten stralen.
Met haar parelmoeren gloed schitterde ze in het vloeibare nat. De oesters openden voorzichtig hun schelpen. Ontroerd vermengde haar traan zich met alle anderen. Een opkomende golf bereikte haar hoogtepunt. Toen de golf zich afrolde dreven prachtige regenboogkleuren alle kanten op… ik ben eindelijk thuisgekomen.