woensdag 15 augustus 2018

Van het padje af...

'Van het padje af...
Na de hittegolf, het koeltefront en mezelf daar ergens middenin was ik mijn padje kwijt geraakt. Het gegroefde pad kronkelde en verstopte zich tussen de bladeren en dook moeiteloos onder water. Ik snapte er niks van. Waar was mijn pad gebleven?
Afwachtend keek ik om me heen en tuurde voor me uit. Ik werd niet ongeduldig of boos maar voelde me verdrietig. Met angstige ogen vroeg ik me af dat als het pad onder mijn voeten was verdwenen of ik ook onvindbaar was geworden? Maar dat was niet zo. Andere mensen wisten mijn pad moeiteloos te vinden. Opgelucht gleed ik van mijn padje af.
Omdat het allemaal onduidelijk begon te worden, deed ik maar wat. Precies op dat moment gebeurde het.
‘Hè hè, daar ben je dan?’ juichte het pad.
Geschrokken begreep ik niet meteen wie er tegen me sprak. Ik slofte over het pad en fluisterde: ‘Ben jij dat padje?’
‘Natuurlijk, dat weet je toch?’ ritselde mijn pad.
‘Maar waar was je dan al die tijd?’
‘Hier… gewoon... onder je voeten.’
‘Maar waarom zag ik je niet?’
Een zonnestraal scheen over het pad en door de warmte kwam de kruidige geur van aarde vrij. ‘Jij slofte over mijn groeven, jij bedekte me met bladeren en jij stuwde me onder water…’
Ik zweeg en luisterde verlegen naar het pad.
‘Altijd zal ik je blijven dragen en wil ik jouw wegwijzer zijn want elk pad verdwijnt zonder haar afdruk. Logisch toch? Jij vormt mijn beeltenis en ik schenk jou mijn landschap. Samen zijn we één.’
Ik zuchtte voldaan en maakte als dank nog een foto om het landschap te omarmen.
‘Maar…’, zei het pad, ‘als je de volgende keer naar de kapper gaat vraag dan aan de nieuwe kapster niet zomaar een kapseltje. Ik heb ook smaak…’ <3'

Na de hittegolf, het koeltefront en mezelf daar ergens middenin was ik mijn padje kwijt geraakt. Het gegroefde pad kronkelde en verstopte zich tussen de bladeren en dook moeiteloos onder water. Ik snapte er niks van. Waar was mijn pad gebleven?
Afwachtend keek ik om me heen en tuurde voor me uit. Ik werd niet ongeduldig of boos maar voelde me verdrietig. Met angstige ogen vroeg ik me af dat als het pad onder mijn voeten was verdwenen of ik ook onvindbaar was geworden? Maar dat was niet zo. Andere mensen wisten mijn pad moeiteloos te vinden. Opgelucht gleed ik van mijn padje af.
Omdat het allemaal onduidelijk begon te worden, deed ik maar wat. Precies op dat moment gebeurde het.
‘Hè hè, daar ben je dan?’ juichte het pad.
Geschrokken begreep ik niet meteen wie er tegen me sprak. Ik slofte over het pad en fluisterde: ‘Ben jij dat padje?’
‘Natuurlijk, dat weet je toch?’ ritselde mijn pad.
‘Maar waar was je dan al die tijd?’
‘Hier… gewoon... onder je voeten.’
‘Maar waarom zag ik je niet?’
Een zonnestraal scheen over het pad en door de warmte kwam de kruidige geur van aarde vrij. ‘Jij slofte over mijn groeven, jij bedekte me met bladeren en jij stuwde me onder water…’
Ik zweeg en luisterde verlegen naar het pad.
‘Altijd zal ik je blijven dragen en wil ik jouw wegwijzer zijn want elk pad verdwijnt zonder haar afdruk. Logisch toch? Jij vormt mijn beeltenis en ik schenk jou mijn landschap. Samen zijn we één.’
Ik zuchtte voldaan en maakte als dank nog een foto om het landschap te omarmen.
‘Maar…’, zei het pad, ‘als je de volgende keer naar de kapper gaat vraag dan aan de nieuwe kapster niet zomaar een kapseltje. Ik heb ook smaak…’ 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten