donderdag 1 mei 2014

EEN DAGJE OUDER


In afwachting van wifi op de camping fiets ik elke morgen naar Mac Donalds met mijn laptop in mijn fietstas. Ik moet even wegwijs worden in de georganiseerde voedselketen. Overdonderd kijk ik naar de aanplakbiljetten met schreeuwende aanbiedingen. Er staan twee praatpalen waar je een bestelling in kan voeren. Ik sta even stil en kijk onrustig om me heen. Achter de toonbank staat een jonge vrouw met een pet op en een microfoontje bij haar mond. Met een ongemakkelijk klam gevoel loop ik op haar af.

‘Goedemorgen, ik wil graag gebruik maken van wifi en heb elektriciteit nodig,’ vraag ik beleefd terwijl ik het gevoel heb dat er een koelkast aan mijn arm hangt.
‘U kunt daar voorin gaan zitten met het stopcontact onder de bank,’ zegt ze vriendelijk. Al wijzend volg ik haar vinger naar de plek naast de praatpalen.
‘Dank je wel… eh… doe mij maar een koffie.’ Koffie! Ik drink altijd thee… Verbluft kijk ik naar de knopjes die ze indrukt en het dienblad dat ze voor één kopje koffie gereed maakt.
‘Alstublieft, één euro…’

Met de laptop in de ene hand, een handtas bungelend kruislings om me heen en een dienblad in de andere hand waggel ik discreet tussen de praatpalen door.
Met een diepe zucht installeer me op mijn plekje en staar vermoeid naar het kopje koffie met plastic deksel. Aan de plastic deksel zit een uitspringend tuitje zonder opening. Ik trek er flink aan waardoor ik de plastic deksel open scheur. Vreemd, waarom zit er dan een deksel op?

Achter mijn gigantische laptop drink ik met kleine teugjes mijn koffie. Als ik over mijn scherm gluur zie ik een mevrouw met haar wijsvinger over haar bling bling Iphone heen schuiven. In een hoek zit een man met een ander piepklein apparaat boven zijn krant met koffie. Ik zie ze loeren. Ik knik ze vriendelijk toe terwijl ik mijn hoofd boven de laptop uitstrek.
Wat kan mij het schelen. Ik begin me aardig op mijn gemak te voelen. Waarom zou ik koffie drinken als er thee is?

Ik bestel een thee en de jonge medewerkster met pet en microfoon vraag vriendelijk:
‘Mag ik vragen hoe oud u bent?’
‘Eh… 50, hoezo?’
‘Na elven geldt er ouderenkorting.’
‘Zie ik er dan zó oud uit?’ Ik schiet in een lachstuip dat extra wordt versterkt als haar wangen beginnen te kleuren. Ze antwoordt niet eens met ‘nee’ maar blijft de ouderenkorting ophemelen. Opgetogen geeft ze me opnieuw een dienblad met één kopje thee.
‘Kijk eens aan mevrouw.’ Ze buigt kordaat het uitspringende tuitje van de plastic deksel naar achteren. ‘Zo, dat drinkt beter.’
Beduusd kijk ik naar het ontstane drinkgaatje en denk:

Best handig, mijn eerste ouderenkorting...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten