woensdag 24 februari 2016

HAGEDISSENISSEN


‘Waar moet ik heen?’ wanhoopt de hagedis op leeftijd. Ze strekt haar stramme poten en kijkt eens helemaal in het rond. De zon verwarmt haar koele lijf maar het zand wordt wel erg heet onder haar voeten. ‘Ik hou niet van opvliegers,’ jammert ze terwijl een vlieg onbereikbaar boven haar hoofd blijft zoemen. ‘Er zit niks anders op dan huis en haard te verlaten.’ Vastbesloten maakt ze een lunchpakket en begint aan haar onbekende reis. Echt veel zin heeft ze niet want ze is zo ontzettend moe. Zuchtend glijdt ze over het hete zand.

‘Roze peperboom, mag ik tussen de vellen van je bast wonen?’ De Roze peperboom die net zijn ontbijtje heeft opgezogen kijkt de hagedis arrogant aan.
‘Schiet op dikzak, denk je nu werkelijk dat jij tussen mijn sierlijke krullen pas?’
De hagedis onderzoekt haar vetrolletjes. Haar huid is hartstikke droog. Ze strijkt een paar schubben glad en loopt teleurgesteld een stukje verder.


Stoffig bereikt ze een jong mandarijnenveld.
‘Mandarijnenveld, mag ik tussen jullie wortels schuilen?’ Een fris boompje die net klaar is met het oppoetsen van haar oranje vruchten kijkt de hagedis zuur aan.
‘Schiet op smeerpoets, denk je nu werkelijk dat jij met je stinkende lijf tussen mijn wortels mag?’
De hagedis snuift aan haar zweetplekken. Stoffig en zuur gaan blijkbaar niet samen. Met haar pootjes dicht tegen haar lijf geklemd trippelt ze zo geurloos mogelijk verder.


Op de grond ligt het blad van een palmboom. Vanaf de grond tuurt ze langs de lange nek omhoog.
‘Palmboom, heb je een plekje voor mij in je meterslange nek?’ De Palmboom die net aan het soezen is op een zuchtje wind kijkt de hagedis gestoord aan.
‘Schiet op wazig onderkruipsel, denk je nu werkelijk dat jij met dat oude lijf fit genoeg bent om mee te deinen?’
Het duizelt de hagedis voor de ogen. De wereld lijkt zo wattig ver weg. Misschien wordt het tijd voor een brilletje. Verdrietig sjokt ze verder. Elke stap is de zwaarste uit haar leven. Als ze bij een Arganboom is aangekomen kan ze niet meer. Ze gooit haar lunchpakket onder de boom en begint hartverscheurend te huilen.


‘Hagedis, wat is er met jou aan de hand?’ kraakt de oude Arganboom.
‘Ik tel niet meer mee…’ schreeuwt de hagedis. ‘Ik ben te dik, ik zweet teveel, ik ben niet jong meer of flexibel, wie wil mij nog hebben…’
‘Ikke!’
‘Jij?’

‘Hagedis, wil je alsjeblieft in mijn holle stam wonen? De Arganboom die net klaar is met het verspreiden van zijn noten schudt nog één keer met al zijn kracht. De laatste noot rolt precies voor de ingang.
‘Schiet op wijze hagedis, denk je nu werkelijk dat jij met al je levenswijsheid een betere plek kan vinden?’
De hagedis wrijft de tranen uit haar ogen. Ze laat haar haveloze lunchpakket liggen en schiet door de bewegwijzerde opening. Trots bekijkt ze haar vervallen boompaleis. Thuiskomen geeft haar het gevoel van rust en een sapstroom van blijheid…

Geen opmerkingen:

Een reactie posten