woensdag 23 september 2015

De natuur een poepie laten ruiken


Op een dag besluit ik met een mandje een donker bos in te gaan. Nee, niet als Roodkapje maar wel met een scherp mesje voorbereid om mijn mandje met lekkernijen te vullen. Ik zit teveel in mijn hoofd en het lukt me niet zoals gewoonlijk om in de omgeving op te gaan. Mopperend  loop ik tegen zwiepende takken en door plakkende spinnenraggen. 
Als ik struikel lig ik languit voor een prachtig exemplaar eekhoorntjesbrood. Met mijn neus tussen de vochtige bladeren zie ik er nog een aantal staan. Ik lach hardop. Dat ik met harde hand tot stilstand wordt gebracht dringt niet eens tot me door want gebiologeerd door de vondst pluk ik mijn mandje vol.
Ik schrik op als ik wat hoor ritselen. Voorzichtig kom ik omhoog en kijk ik in de richting van het geluid. ‘Word ik in de gaten gehouden?’ vraag ik me ietwat angstig af. Luid klapwiekend schiet er een vogel omhoog de bomen in. Hoorbaar haal ik adem.
Terwijl ik naar de hoge bomen staar zie ik dat het nog donkerder is geworden. Er vallen opeens een paar regendruppels uit de lucht waardoor ik besluit gauw naar huis te gaan. Met een voelbare hartslag volg ik een vers platgetrapt paadje. 'Is dit wel slim,' vraag ik me al zwetend af, ‘misschien volg ik wel het pad van een everzwijn?’ Op mijn hoede merk ik dat het wel erg lang duurt voordat ik het grote bospad terug vind. Ik ben verdwaald. Wat nu?
Plotseling hoor ik weer een vreemd geluid, nu achter me. 'Dit is geen vogel, dit geluid is zwaar en diep en laat de grond trillen.' Rennen...
Met witte knokkels om mijn mandje en met een zwiepende camera om mijn hals sprint ik zo goed als ik kan over het smalle paadje. Ik zie het in de verte oplichten en ren daar als een bezetene naar toe. Het bos lost op in een enorm open terrein. Nog even…
Vermoeid struikel ik over de laatste boomstronk en lig ditmaal languit in hoog gras. 'Het beest… ik hoor het beest briesen…' Zijn gebrul dreunt over het veld. Mijn gevulde mandje met het scherpe mesje zijn verderop gerold. Ik krabbel een stukje overeind met als enig wapen een camera om mijn laatste beelden vast te leggen. 'Ik wil nog niet.' Het beest staat stil en legt zijn enorme gewei in zijn nek en geeft nog een laatste burlende toegift. Ik versteen…
Opeens schieten er midden in het veld een aantal kopjes omhoog. Acht damesherten staan verschrikt op en rennen weg. 'Helup… straks blijf ik over met één hitsige stier.' Wakker geschud door de angstige blikken gris ik snel mijn spullen bij elkaar. Op hoge poten ren ik achter ze aan als meiden onder mekaar.
De natuur lonkt… maar soms heb ik er helemaal geen zin in.

1 opmerking: