dinsdag 21 oktober 2014

HET GOUD VAN MAROKKO



Om goud te delven in Marokko moeten er behoorlijk harde noten worden gekraakt. Deze noten zitten in de groene, op grote olijven lijkende vruchten van de Arganiaboom.

De knoestig groeiende boom doet me denken aan onze Hollandse eik, hoewel die veel liever is. Deze oerboom heeft  ruwe takken met kleine blaadjes maar met verraderlijke stekels. Ik slof dichterbij met mijn sandalen door het zand. ‘Auw… wat is dat? Er lijkt er wel een punaise in mijn voet te blijven steken.’

Terwijl ik het onding uit mijn voet haal kijk ik eens goed op de grond. Rond de Arganiaboom groeit een kleine bodembedekker met zaden als sterretjes. Ik wrijf over mijn pijnlijke voet terwijl het zand door de kurkdroge lucht stuift. De zon lijkt feller te branden. De harde werkelijkheid bestaat uit een grillige boom met haar symbiotische vriendinnetje vol venijnige zaden.







Aangezien Marokkanen meestal op slippers lopen realiseer ik me dat het een bloederig karwij is om het Goud te delven. Behalve dat de boomwortels worden beschermd door niet te vermijden punaises is de boom in Herfstdracht. Er breken regelmatig takken af met stekels zo groot als spijkers. Ik heb wel eens één fietsband 3 keer op een dag moeten plakken omdat we in een idyllische Arganiaboomgaard stonden.


Afijn… nu begin ik het verhaal van sommige geitenhoeders te begrijpen die hun geiten in de bomen laten grazen. Als hun geiten de vruchten hebben gegeten hoeven ze slechts de uitgespuugde of uitgepoepte harde noten te verzamelen. Hoewel… er zijn behoorlijk wat geiten nodig voor het verkrijgen van een litertje vloeibaar Goud. Kilo’s noten moeten worden gekraakt waarin het betreffende zaadje zit ter grootte van een zonnebloempit.



Zo kan ik nog wel even doorgaan over het malen, roosteren en zeven van elke druppel Goud. Dat doe ik niet.
Ik kan alleen met open mond staren naar de grillige boom. Onder elke hoek verschijnt er een ander figuur in de weelderige vorm van haar stam met kronkelende takken. Ik aanschouw de oermoeder met een doorleefd verleden. Om haar vruchten te mogen plukken zullen de nodige zweet- en bloeddruppels moeten vloeien. Tranen als opgeslagen goudklompjes. Ik buig, niet alleen om een punaise uit mijn voet te trekken maar vol ontzag om de kracht die voortleeft.




2 opmerkingen: